top of page

Rise up: the making of


Schrijven… 

Schrijven zei mijn hoofd…gewoon doen.

Van kindsbeen af was er die droom, dat totaal gevoel van alweten dat ik ooit een boek zou schrijven. Zonder duidelijkheid omtrent welk schijnbaar detail dan ook.

Zonder aanwijzing. Zonder tijdsbesef. Zonder vorm en al zeker zonder enig zicht

of hint op richting. Het weten, het dromen, de ene moment levendiger dan het andere, was genoeg. Althans toch voor lange tijd…tot voorbije zomer…tot het weten, het dromen,

verlangen werd… 

Sinds mijn leven de bocht nam en onderweg een chronische aandoening als ongenode gast achterin oppikte, ontstond er iets fundamenteels, existentieels bijna.

Namelijk het proces van uitfilteren van ‘goed’ en ‘kwaad’, van ‘dienstbaar’ en ‘destructief’, van ‘houden van’ en ‘loslaten’ maar vooral van toelaten…dat wat ik ben…ongeacht dit al dan niet past in het beeld dat ik zo lange tijd koesterde van wie ik ben geacht te zijn…

Diepe dalen, pijnlijke ook, daar moest ik door. En nog soms.

Als ik mijn lichaam nog maar eens als derderangs beschouw in mijn prioriteitenlijstje.

Dat grensbewustzijn, het blijft een moeilijke, en duidelijk ook een levenslange opdracht.

Na zo’n innerlijke crisis, met zowel de fysische als daaraan gekoppeld psychische ploetering, komt meestal een diep gevoel van loutering. Met in haar kielzog,…, ik durf het bijna niet uitspreken, wie begrijpt nu zoiets…een intense beleving van de puurheid van geluk, de zuiverheid van het Leven. 

En daar, in dat moment, opent zich voor mij heel vaak de poort naar een diepe laag van creativiteit. Daar waar geen complexe hersenspinsels het woord vooraf gaan, neen.

Het woord vindt daar mijn hand, en mijn hand de pen, en de pen het papier…

Zo simpel als dat, zo eenvoudig als dit, een hemels stromen van letters die uitmonden in schrijfsels, een soort van woordelijke weergaven van wat geweven zat in de voorheen geleefde crisistijd.

Deze schrijfsels tonen een venster op het diepe mij. Ik koester elkeen. Ik koester de vibratie ervan, de symboliek, de mystiek, de weergave van elk toegelaten 

levensstukje, de tijdsbevriezing van een creatie, het vastgelegde stukje proces. De grens over naar de buitenwereld hiermee, leek in het begin een onmogelijke opdracht. Het leek op een gevoel van sterven, op een zelfmoordactie, op een naakt onbeschermd springen in een vuurlinie. Aarzelend, weifelend eerst, om dan in een groeispurt van zelfvertrouwen deze de wereld laten begroeten. 

En zo werd ‘ik’ nog meer geboren… 

En groet ik jou… 

Nan

bottom of page